4) WEEGBEGRIP.
Het ontdekken dat het gewicht van iets niet altijd correspondeert met de grootte ervan.
Een doorkijkje naar het onderwijs 4
- ‘Juffie, zij is al zes en ik kan haar makkelijk optillen en .... van vijf krijg ik niet van de grond’.
- Heel spannend om op de echte weegschaal te gaan staan: we hebben het een keer om beurten gedaan (‘oeh.... juffie weegt veel!’). Eén kind had thuis verteld hoeveel de kinderen wogen. De volgende dag zei zijn moeder: ‘Nu weet ik het gewicht van àlle kinderen’.
- Grote vreugde buiten: er werd een ‘wip’ gemaakt van de grootste zandzakken op een stapel en hierop werd een plank gelegd. Aan de ene kant mochten ze een emmer (halfvol!) water zetten en aan de andere kant vulden ze de lege emmer.... tot de plank in evenwicht kwam. Dansend en juichend sprongen ze eromheen. Wat wordt er toch een vreugde beleefd aan ‘het in evenwicht komen’...
- De verbazing als er met de balans gewogen wordt en er ..... eikels of ..... kastanjes nodig zijn voor een groot gewicht (of twee plattere).
- Ook het aantal porseleinen kralen, waarvan er ‘veel’ nodig zijn om evenwicht te bereiken met knikkers die op het andere schaaltje van de balans liggen.
- J. heeft een aluminium bordje op de balans gelegd en schat dat ze zeven houten kralen nodig heeft om de balans in evenwicht te krijgen. Het blijken er niet genoeg te zijn. ze denkt dat er nog tien bij moeten. De balans slaat iets door. ‘Misschien twee eraf’, zegt ze, wat precies goed blijkt te zijn.
Wat kunnen we doen om bewustzijn hiervoor te helpen ontwikkelen?
Door bovenstaande vaak te laten ervaren door de kinderen. Deze ervaringen kunnen nog verder uitgebreid worden.